Zondagochtend
Mathijs, Alex, Ronald, jonge Berend, Sophie, en Frank leidt.
Frank lijdt ook want hij gaat om tijdens het uitstappen voor de pauze bij het van der Werf park. De kano waar hij in vaart is net tweedehands gekocht en ingesmeerd met smurrie die het glanzend doet verkopen, maar zeer glad.
Een dame laat een zeer vrolijke jonge hond uit in het park, een bakbeest onder de naam Guppie. Guppie luistert niet naar haar en komt ons begroeten vanaf de kant, de grijze kop boven de knokige poten en onze boot.
Meisjes doen de handstand bij het van der Werf beeld waarvan ik heb gehoord dat de buste uit Duitsland komt van een daar ontmanteld beeld en dat dat verklaart waarom zíjn kop juist te klein is.
We varen in zacht weer, droog, gelukkig.
Langs de singel en onder lage bruggen, grachten en tunnels. Langs een lange tak met rozenbottels, een drijvend boeket en een man die stukken boomstam zaagt op zijn kleine boot.
Dit was de laatste wintertocht.
De groen ontsproten treurwilg strijkt langs mijn gezicht fluistert dat het al lente is.