Het water van de Does begint al aardig te kleuren. Toch geen blauwalg hopelijk? Volgens kenners geldt in onze regio alleen voor het Joppe een waarschuwing voor blauwalg. Na een pauze bij de Veense Molen gaan we de Braassem op, vlak als een spiegeltje op dit uur van de dag. Op de Leidsche Vaart glijdt de voorhoede, druk in gesprek waardoor het roepen van de vaarleider verstomt, de overdraagsteiger voorbij, tot de vaarleider op zijn scheepshoorn blaast.
Het grasveldje waar we moeten overdragen nodigt uit tot een picknick, helaas het is privé terrein en er geldt alleen het recht van overpad, niet het recht van verblijf en de vaarleider is onverbiddelijk. Het water van de Langeraarse Plassen staat niet in open verbinding met het omliggende water afgezien van een inlaat en een sluisje en is daardoor nog groener dan de Does. De Geerpolderplas is afgesloten door een klepstuw en alleen met een sleutel te bedienen die niemand van ons bij zich heeft. De plas is beschermd natuurgebied en is het terrein van vooral watervogels, niet alleen verboden maar dus ook ontoegankelijk voor alle vaarverkeer. Op zoek naar een geschikte picknickplaats zien we alleen privé terreintjes tot we bij de brug een openbare steiger ontdekken met een picknickbank waar we met acht deelnemers kunnen zitten, de twee laatsten nemen genoegen met hun meegebrachte krukje.
Op de weg terug moeten we de zojuist opgestoken westenwind trotseren waardoor de Braassem niet meer zo vlak is als vanochtend. Gevolg: nattigheid bij de kano’s met slechts een zomerspatzeiltje. Opnieuw doen we de Veense Molen aan waar het nu druk is met zwemmers en zonaanbidders die voor ons inschikken.
Jaap