Vooropgesteld: ik heb een goed huwelijk, een geweldige vrouw en twee schatten van dochters. Sommige dingen zijn alleen wat anders gelopen dan ik me had voorgesteld.
Het meest riskante deel van een kanotocht is niet het in- of uitstappen, maar de aankondiging: ‘Schat ik ga morgen varen’.
Ik heb een makkelijke baas; als ik een dag geen afspraken en geen deadlines heb, kan ik vrij vragen om te gaan varen. Was het thuis ook maar zo gemakkelijk.
Heel soms gaan mijn dochters mee varen. Maar meestal, wanneer ik ze vraag mee te gaan, zijn ze te druk met hun twee of drie beeldschermen en mompelen iets over buienradar.
Wanneer mijn vrouw bezwaar maakt dat ik ga varen, voel ik mij een beetje als Einstein. Niet (om)dat ik een genie ben, maar omdat Einstein ook vaak zei: ‘Mijn vrouw begrijpt mij niet’.
Twee of drie keer per week krijg ik de vraag ‘Ga je alweer varen?’ Maar ik vraag toch ook niet elk uur van de dag, zeven dagen per week: ‘Ben je alweer (of nog steeds) met je mobieltje bezig?’
Op de vraag of kanovaren een dure hobby is: een dag varen is heel betaalbaar. Een weekend varen moet ik compenseren met een dag samen winkelen, de beurs trekken en tassen dragen. Als ik een week wil varen vraagt mijn vrouw om een vliegticket naar een tropische bestemming.
Op de vraag hoe laat ik thuis ben, sta ik vaak in tweestrijd: zeg ik de waarheid (laat) of zeg ik wat ze wil horen (vroeg) om vervolgens, in de loop van de dag te bellen dat het wat later wordt. In beide gevallen heb ik het niet goed gedaan.
Wanneer ik op grootwater ga varen, zeg ik thuis: ‘Ik kies het ruime sop’. Wanneer ik weer thuis ben, de gang ligt bezaaid met spullen en de lucht van zweet en rubber is onverdraaglijk, krijg ik te horen: ‘Ruim ‘es op!’ Vandaar de naam van mijn kano ‘Ruimesop’.
Kanovaren is zoeken naar balans: in de boot maar vooral tussen gezin en hobby.
Jaap de Lange
Ha Jaap,
Alsnog een reactie op je ontzettend leuke stuk over balans. Ik vind het briljant geschreven!
Groetjes,
Marco